· 

Kantoorjungle

Het is half 7 in de ochtend wanneer ik wakker word door het irritante geluid van mijn wekker. Ik schiet meteen in de stress; zal het vandaag meevallen op de weg? Ik prop mijn ontbijt naar binnen en kijk alvast op de routeplanner. De moed zinkt alweer in de schoenen die ik nog niet aan heb: een uur aan file op de A16, een stuk waar je met normale snelheid nog niet eens een halfuur over zou doen. Toch heb ik geen andere keuze dan in mijn auto te stappen, mijn kleurrijke persoonlijkheid wordt namelijk om half 9 verwacht voor de daily stand. Pruttelend baant mijn Toyota Aygo zich door de file, wisselend tussen de eerste en tweede versnelling. Ik kom uiteindelijk vermoeid de kantoortuin ingewandeld en het eerste wat ik doe is het zetten van een bak koffie om mij enigszins bij elkaar te rapen voor het dagelijkse overleg. Het is inmiddels half 10 wanneer ik mijn laptop openklap en de werkdag begin, zo’n drie uur nadat ik ben opgestaan. Het is de levensvraag die mij elke dag voor corona bezig hield: ‘waarom doet de helft van werkend Nederland zich deze tragedie elke dag vrijwillig aan? Kan het anders?’

 

Thuiswerken; het Walhalla voor de introvert
Zoals ik eerder al eens omschreef, heb ik een redelijk korte spanningsboog en regelmatig last van concentratieproblemen. Ik ben bij wijze van spreken al afgeleid wanneer iemand drie huizen verderop zijn drol laat plonzen in de wc. Eén kuchje of bliepje is voor mij al genoeg om mij compleet uit mijn focus te halen. Een waar genot voor tijdens het slapen. Het is de reden waarom mijn schrijfsels in de vroege ochtend of late avond het levenslicht zien. Niemand om mij heen en zo min mogelijk ruis. Het grote voordeel van deze pandemie is dan ook dat ik in volledige rust kan werken. Mij neerzetten in een volle kantoortuin of klaslokaal levert namelijk hetzelfde op als wanneer je Tino Martin laat optreden; veel gezelligheid, maar weinig kwaliteit.

 

Zo nu en dan heb ik een ingeving en doe ik een poging om er iets aan te doen. Ik ben het type dat eens in de zoveel tijd een zelfhulpboek koopt in de hoop dat zijn problemen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Ik weet bij voorbaat al dat ik de methode uit zo’n boek hooguit twee dagen volhoud, maar hé. Kan ik toch weer zeggen dat ik aan mijzelf heb gewerkt en vet interessant doen aan jullie lezers over het feit dat ik een boek heb gelezen. De voedingsbodem voor de standaard influencer, ik zou een goede lifestyle coach zijn.

 

Enfin, ik las dus het boek Focus Aan/Uit van Mark Tigchelaar en er ging een wereld voor mij open. Niet zozeer omdat de informatie onbekend was, maar júist omdat het bekende informatie is. Alsof ik het zelf had kunnen schrijven. Dat er zoveel, vaak de wat meer introverte mensen, zijn zoals ik die helemaal niet tot hun recht komen in een drukke omgeving. Dat het menselijk brein überhaupt niet eens gemaakt is om focus te houden met allerlei geluiden rond zich. Ik vond het een openbaring en tegelijk ook verdrietig. Dat er een pandemie nodig moet zijn om tot het inzicht te komen dat vijf dagen in een kantoortuin gewoonweg niet productief is. Alsof je eerst van een boot moet flikkeren om echt zeker te weten dat water nat is.

 

Floreren buiten de jungle
Het boek deed mij beseffen waarom ik in mijn schoolloopbaan pas begon te floreren tijdens de laatste twee jaar op de uni. Niet alleen omdat ik toen pas het licht zag en mijn best deed, maar omdat de balans tussen thuisstudie en colleges beter in evenwicht was. Dat ik het eindelijk kon opbrengen om naar de docent te luisteren, omdat dit slechts een paar uur in de week was en ik de rest zelf kon invullen. De meeste mensen zijn namelijk niet gemaakt om een hele dag focus te houden.

Grappig eigenlijk dat we tijdens onze studies aanleren om zelfstandig en autonoom te werk te gaan qua urenindeling, voorbereidend op het volwassen leven. En dat het dan eenmaal zo ver is, het gros van werkend Nederland elke dag drie provincies oversteekt om van 9 tot 17 denkwerk te verrichten. Alsof je je kind leert om door wind en regen te fietsen naar school, zodat ze daar hard van worden. Om zelf bij het geringste elke keer de auto te pakken voor naar de Aldi om de hoek.

 

Survival of the fittest
Eigenlijk heeft zo’n kantoortuin wel iets weg van een echte jungle. Je hebt de apenrots waar een titanenstrijd wordt gehouden over wie de koning van de jungle is. Verderop zit de hyena die net iets te hard lacht. Loerend naar de flamingo die alle blikken opeist. En als je heel goed kijkt zie je daar achter de gigantische kamerplant panterprint Joke verscholen zitten. Weken hoor je haar niet, maar reken er maar op dat ze als eerste toeslaat wanneer het vakantierooster beschikbaar wordt gesteld.

 

Als iets een great reset verdient wanneer er weer meer versoepelingen mogelijk zijn is het de kantoorjungle. Laat het alsjeblieft een oase worden waar je een aantal dagen in de week kunt bivakkeren met je collega’s. Voor vergaderingen, meetings en collegialiteit. Zodat iedereen zich kan opladen met informatie en socialiteit, om zich weer terug te trekken naar de omgeving waar zij de beste focus kunnen houden. Alleen dan verdient de florerende kantoortuin haar naam.